Utrecht, Caravaggio en Europa
Rome was het centrum van de wereld in het begin van de Gouden Eeuw. Jonge schilders uit heel Europa trokken naar de Eeuwige Stad, waar Caravaggio voor een revolutie had gezorgd. Een nieuw realisme in de schilderkunst, ongekend drama, het grote gebaar en een mysterie van licht. Dat moest je met eigen ogen zien! De Utrechtse schilders Dirck van Baburen, Hendrick ter Brugghen en Gerard van Honthorst waren erbij.
Dat de schilderijen van de Utrechters zo herkenbaar Hollands zijn, heeft te maken met het nog verder doorgevoerde realisme van Caravaggio. Baburen en Ter Brugghen schilderden ook lelijkheid: knollen van neuzen, rotte tanden, vieze nagels. Aan Ter Brugghen komt zelfs de twijfelachtige eer toe de meest lelijke, maar ook de meest realistische baby te hebben geschilderd in de zeventiende-eeuwse schilderkunst.
Gerard van Honthorst deed het zeer goed in Rome. Honthorsts inventie om zijn scenes via een verborgen, indirecte lichtbron te verlichten werd zelfs zo beroemd dat hij de bijnaam ‘Gherardo delle Notti’ kreeg, Gerard van de Nachten. Hij kreeg – net als Dirck van Baburen – belangrijke opdrachten voor altaarstukken en van beide kunstenaars werden schilderijen aangekocht door belangrijke verzamelaars, zoals Kardinaal Giustiniani, een beschermheer van Caravaggio. Hun werk hing in de zalen van diens palazzo, naast dat van de Italianen, Vlamingen, Fransen en Spanjaarden.
De tentoonstelling volgt de drie Utrechters op hun Rome-avontuur, maakt inzichtelijk wat het met hen deed, en toont hun mooiste werk.
Omslagbeeld: Caravaggio, De graflegging van Christus (1602-1603), olieverf op doek
300 x 203 cm. © Pinacoteca Vaticana, Vaticaanstad.