Sinds 1998 werk ik voornamelijk aan locatie- gebonden installaties . Deze werken bestaan alleen voor de duur van de expositie.
Ik werk altijd met een een combinatie uit geluid en beeld. Abstracte vormen en zelf gecomponeerde elektronische klanken worden direct in de expositieruimte gepresenteerd. Deze installaties staan op de grens tussen (vloer-)tekening, assemblage, ruimtelijk werk, geluidskunst en ambient-music; ikzelf zie verbanden met een soort van filmische architectuur.
Ik denk in scenario’s waarin de tentoonstellingsruimtes worden geconfronteerd met futuristische tekens. Zij vormen abstracte logos voor deze tijd (of de nabije toekomst); ik ben geïnteresseerd in absurde netwerken, ik maak weefsels voor de 21e eeuw.
Mijn voorkeur voor vergankelijke, kwetsbare ingrepen komt voort uit de fascinatie voor de poëtische lading van het onaffe, het voorlopige en het fragmentarische. Ik ben geïnteresseerd in mentale ruimtes waarin associaties en verbeelding worden aangewakkerd. De bezoeker maakt het verhaal af.
Tekeningen spelen een belangrijke rol bij de totstandkoming van mijn installaties.
Waar bij de grote werken meer rekening wordt gehouden met de rol van de bezoeker, de relatie met de expositieruimte en de rol van het geluid, geef ik mij zelf in mijn tekeningen de grootst mogelijke vrijheid voor een snelle, associatieve werkwijze.
Tekenen vormt voor mij een doorlopend proces, een onderliggende stroom van visuele gedachten en ideeën, een vrijplaats voor abstracte experimenten met lijnen, vlakken en vormen. Een speelse, onderzoekende houding staat centraal.
Niet alle tekeningen blijken achteraf geschikt als voorstudies voor installaties; deze beschouw ik als kleine, autonome werken.
Vanuit het oogpunt van de autonome tekening kunnen mijn installaties worden beschouwt als als uitvergrote tekeningen in de ruimte met de vloer als beelddrager; plakband en assemblage-materiaal vormen het tekenmateriaal; de toeschouwer loopt door deze tekeningen heen en beïnvloedt door zijn aanwezigheid de betekenis van mijn tekens. Hij vormt een onderdeel van het werk. Ik zou willen, dat ik met een potlood en een vel A4-papier direct hetzelfde zou kunnen bereiken.
