De weg van het materiële naar het magische

De weg van het materiële naar het magische


Elaine Vis spreekt met Maarten Dekker

Klokslag 8 uur in de ochtend sta ik in het atelier van Maarten Dekker. Vroeg, want hij moet straks naar zijn masteropleiding.

In zijn langwerpige werkruimte staat een verrijdbare wand die haaks in de ruimte gezet kan worden. Eigenlijk net zoals Rietveld gebruikte in zijn ontwerpen. Hier dient de wand als extra muurruimte voor de schilderdoeken die soms monumentale grootte hebben.

Foto: Daan Müller

Zo zaagde Dekker de panelen van de iconische Zigzag stoel van Gerrit Rietveld precies op grootte na. Er ontstonden uiteindelijk zes schilderijen. Met zwarten en grijzen op doek legde hij de mal van de stoel in de juiste volgorde. Soms drukt hij alle panelen af, dan weer sleept hij met een van de panelen door de verf en schuift overtollige verfmassa weg.

Toen ik een paar jaar geleden op een tentoonstelling voor het eerst oog in oog met zijn schilderijen stond verraste mij de heldere abstracte, sobere uitstraling van de serie werken. Het was meteen voelbaar dat dit werk meer was dan een esthetische beleving. In de zaaltekst las ik over de uitgeklapte Rietveldstoel die de basis vormde voor het werk.

‘Ik heb affiniteit met De Stijl. Victory Boogie Woogie (Piet Mondriaan 1944) raakte mij voor het eerst. Er zit een soort herkenning en complexiteit in.  Heldere beeldtaal en beweging. Eerst vond ik het saai, maar later kon ik echt kijken en vond het toen zo ontzettend goed. Als je leest wat Mondriaan allemaal geschreven heeft kan je het zien als vage waanzin, maar je kunt het ook zien als het magische wat hij probeert te pakken.’

Foto: Daan Müller

‘Met mijn werk probeer ik grip te krijgen op de concrete vorm van, in dit geval, een iconisch object. Ik ben geïnteresseerd in de fysieke vorm. Ik onderzoek; ik kan het namaken, opmeten of aanraken. De kopie wordt een eigen werk.’ Zo verhoudt Maarten zich tot objecten waar hij door gefascineerd wordt, maar hij kan er ook van weg bewegen.

Foto: Maarten Dekker

Hij laat de kopie van het hoekraam uit het Rietveldhuis zien. Het is nauwkeurig opgemeten en nagebouwd, inclusief een scharnier. Het vensterglas ontbreekt. Dit is de mal, het schilderen kan beginnen.

Dit nagebouwde object is de basis van dertien werken. Dertien schilderijen waarin fragmenten, of het hele raam zijn te herleiden.

‘Ongeprepareerd katoen, vouw ik in de hoeken van een deel van de mal. De stof eromheen is ruim genomen, want het moet groot genoeg zijn om er later een schilderij mee op te spannen.’

Soms gebruikt Maarten als basis een sponning, dan weer het hele raam. Het met katoen overtrokken deel van het object wordt ingestreken met lijm. Het katoen wordt dus beschildert als het nog in de mal zit en pas na droging losgehaald en opgespannen. De vorm van het raam is dan als het ware gefixeerd en wordt na opspannen vertaald naar het platte, tweedimensionale vlak. Bij de meeste werken poetst Maarten vervolgens nog wat weg of voegt wat verf toe.

Het materiele iconische object verschuift naar een magisch beeld. Dit maakproces is een zelf bedacht ritueel om grip te krijgen op objecten om ons heen.

‘Het is echt de aanraking met het raam of de stoel, maar niet letterlijk. Het beweegt door het proces meer naar het meer magische.’

Werk in Galerie Sanaa Utrecht

Het begon met een werk van een raam dat helemaal wit was ‘een beetje saai’ en in het zoeken naar beeld ontstond een volgend beeld. ‘Op een gegeven moment snapte ik het object helemaal en toen was het klaar.’

Maarten refereert aan Rainer Maria Rilke die verhaald over een archaïsch beeld zonder armen en benen, een beeld dat met je praat.
Ook de objecten waar hij interesse voor heeft uit de Stijl zijn aangeraakt door de tand des tijds en door de maker. Ze zijn bijna een entiteit geworden.

Het werk hier in dit atelier gaat niet over afbeelden. ‘Er zit iets gevangen in het werk dat de moeite waard is, het kantelpunt waar het immaterieel wordt.‘
Het werkproces is daarbij heel belangrijk als onderdeel de uiteindelijke uitkomst. ‘Iemand vroeg laatst had je niet ook een paar plankjes van de Praxis kunnen gebruiken?’ ‘Je hoeft misschien niet te weten waar het bronmateriaal vandaan komt, maar de zoektocht is op deze manier, door met iconische objecten te werken, bijzonder en niet vrijblijvend.’

Foto: Robin Meyer

 ‘Mijn beeld is altijd eenvoudig, maar je kunt het niet naschilderen er zit een complexiteit in en spanningsopbouw. Ik probeer een beeld zo rijk mogelijk te laten zijn.’

maartendekker.com

_________________________________________________________________

Elaine Vis is kunstenaar, journalist en curator.

Zij studeerde journalistiek en cultuurwetenschappen

Zij houdt van de rafelranden in de maatschappij,

daar waar het broeit, daar waar de transitie naar

een nieuwe en hopelijk betere vorm kan plaatsvinden.

In haar kunstpraktijk heeft zij behalve talloze

artist-in-residence perioden, installaties gerealiseerd

bij veelal kunstenaarsinitiatieven binnen en buiten Europa.



footer anchor