Een gebouw als weefgetouw – Bart Lunenburg in Buitenplaats Doornburgh

Een gebouw als weefgetouw – Bart Lunenburg in Buitenplaats Doornburgh

Door Anna van Suchtelen

De beste aankomst is natuurlijk per trekschuit. Ik zou dan uitstappen aan de oever van de Vecht, bij de smeedijzeren toegangspoort. Onder de gouden zon van het hek door loop ik over het pad, langs de moestuin en het Zocher-bos, naar het oude landhuis, maar daar moet ik niet zijn. Bij de ijskelder sla ik rechtsaf. Daar ligt een gebouw dat in het weelderige Engelse-landschapsgroen uit de toon valt: de Priorij Emmaus. Een bakstenen klooster van Jan de Jong, gebouwd in de traditie van de Bossche School. Op deze plek woonden tot op zo’n vijf jaar geleden de zusters van de Orde van de Kanunnikessen van het Heilige Graf, nu is het klooster het kloppend hart van Doornburgh, buitenplaats voor kunst en wetenschap.

Toegangspoort Doornburgh vanaf de Vecht (foto: Anna van Suchtelen).

Een fort met zachte muren

Binnen loop ik tegen een netwerk van draden aan, die zijn gespannen om pilaren in de gang. Niet zomaar een gang: het is de processiegang waar de zusters hun rondes liepen, verzonken in gebed. Daar gaan de draden de hoek om. De bezoekers van de tentoonstelling ‘Nieuw Werk’ – met werk van drie kunstenaars die dit jaar op Buitenplaats Doornburgh verbleven tijdens een residentieperiode – lopen dezelfde rondgang als de zusters.

Ik kom voor Bart Lunenburg. De installatie in de kloostergang is van hem. Lunenburg nam de architectuurgeschiedenis van het klooster uit 1966 als uitgangspunt. De man achter de Bossche School is Dom Hans van der Laan, een benedictijner monnik die in zijn zoektocht naar de wiskundige waarheid het ‘plastische getal’ ontwikkelde, een verbetering van de gulden snede. Hij ontwierp een absoluut systeem, gebaseerd op verhoudingen van het menselijk lichaam: zijn ruimtelijke maatverhoudingen moesten onderdak bieden en beschermen. Het klooster heeft inderdaad de uitstraling van een fort, dat de bewoners afschermt van de buitenwereld. Alleen de planten in de binnentuin, omkaderd door de vierkante blokkendoos van de cellen en de processiegang, onttrekken zich aan de strenge wetten.

Binnentuin (foto: Anna van Suchtelen)

Tijdens zijn onderzoeksperiode op Doornburgh voerde Lunenburg grondboringen uit, op zoek naar de herkomst van de bouwmaterialen van zijn tijdelijke woonplek. Als een archeoloog bestudeerde hij de Vechtse rivierklei, vroeger stonden hier baksteenfabrieken langs de oever. Hij bakte de klei, en merkte hoe broos zijn materiaal was, hoe onberekenbaar ook. ‘Maar het draaide om de handeling,’ vertelt hij er nu over, ‘om het oppakken van vergeten vaardigheden, en door het bakken van steen is er kleur in mijn werk gekomen.’ Hij zag dat de architectonische ordeningsdrang van de Bossche School werd doorgevoerd tot op het niveau van de spijkers en schroefjes in het hout. Wat kon hij bieden als tegenwicht tegen dit rigide bouwsysteem? Konden de zusters hem op weg helpen?

Bart Lunenburg, procesbeeld residentie Buitenplaats Doornburgh (foto: Lize Kraan).

‘De zusterorde woonde in het keurslijf van een mannelijke huls,’ vertelt Lunenburg, ‘het door een man ontworpen gebouw dicteerde hun leven.’ In het boek ‘Women’s Work’ – over vrouwelijke arbeid en hoe dat, met de vrouwen zelf, uit de geschiedenis is verdwenen – las hij over textiel als de eerste vorm van bouwen, over zachte muren van stof, die bescherming boden maar die ook vergankelijk waren. Dit kwetsbare materiaal zou een ingang kunnen bieden. In het rituele ritme van de zusters ging Lunenburg aan de slag. Hij bracht textiel binnen de muren van zijn werkplek, en hij begon te weven. De Bossche getallenleer dient als bescherming van het zachte lichaam van de mens, maar je kunt je niet van alles afschermen. Zeker niet in deze tijd. Ergens moet een opening zijn, om de wereld erbuiten aan te gaan. De zachte muren van de oerhut wezen Lunenburg de weg naar buiten.

Bart Lunenburg (foto: Lize Kraan)
Bart Lunenburg (foto: Lize Kraan)

De zegen van zuster Monica

Ik loop mijn eigen processie langs het werk, en wandel voormalige cellen binnen. Op Lunenburgs researchtafel zie ik tussen de baksteen mallen, schietspoelen, kleur- klei- en textielstalen ‘Women’s Work’ liggen. Zijn weefsculpturen en tekeningen harmoniëren perfect met de wanden en vloeren van het klooster: net of ze hier altijd al waren. ‘Hier grijpen het gebouw en het object in elkaar,’ zegt hij zelf, en dat is precies de bedoeling. Zijn baksteen kleurstudies noemt hij ‘staalkaarten van een landschap’: ze verwijzen naar het kleilandschap van de Vecht. Dezelfde kleuren zie ik terug in zijn installatie in de rondgang: net als de uitbundige herfstbloemen in de binnentuin verzachten de textiele draden het vierkante fort. Lunenburg transformeerde het gebouw zelf in het scheerraam van een weefgetouw: door te weven – een bezigheid waarin het draait om repetitie, net als alles hier vroeger om repetitie draaide – kwam hij het dichtst bij de religieuze beleving van de zusters. ‘Ik heb de zegen van Zuster Monica!’ zei hij op de opening van Nieuw Werk. De oud-bewoonster, die hier veertig jaar had gewoond, was gekomen. In Lunenburgs werk had zij zijn fysieke en spirituele overgave aan deze plek herkend, en goed bevonden.

Mijn rondgang is bijna voltooid. Ik loop nog een laatste meditatieronde door de gang met de zusters in gedachten, die op de plek van de weefdraden hun rituele rondes liepen. Nog even kan ik me onttrekken aan wat dadelijk op me afkomt. Zodra ik de poort uit ben en in de trekschuit stap, ga ik de realiteit van de dag aan, met al zijn facetten: oorlogen, crisissen, de wonderen van de herfst, de harde en zachte kanten van ons bestaan.


Bart Lunenburg, ‘One to seven, grey to red, three to four, tread to thread’

Nieuw Werk
Buitenplaats Doornburgh, Maarssen
7 oktober 2022 t/m 8 januari 2023

www.buitenplaatsdoornburgh.nl

Het werk van Bart Lunenburg is nu ook te zien in Kunsthal KAdE, Amersfoort in de tentoonstelling ‘BAKSTEEN | BRICK’, van 10 september 2022 t/m 8 januari 2023.


Anna van Suchtelen is kunstenaar en schrijver. Momenteel werkt zij voor Uitgeverij Cossee aan haar tweede boek. Tekst en verhalen spelen een cruciale rol in haar beeldend werk, dat bestaat uit installaties, audio en film, grafiek en publicaties. Haar projecten, vaak context-gerelateerd en interactief, onderzoeken de zintuigen, geheugen en tijd. Haar werkruimte bevindt zich in de oude gevangenis op het Wolvenplein.

www.annavansuchtelen.com

footer anchor