Het incomplete en fragmentarische – Solo Ansuya Blom in Landhuis Oud Amelisweerd
Door Lou Vos
“Ansuya Blom behoort tot de groep jonge, in de jaren ’50 geboren Nederlandse kunstenaars, die zich in hun werk op strikt persoonlijke en krachtige wijze uiten,” schrijft Wim Beeren in 1990 in het voorwoord van de catalogus van de solo van Ansuya Blom in het Stedelijk Museum Amsterdam. In 1994 koop ik het boekje. Ik ben zelf net twee jaar daarvoor afgestudeerd aan de kunstacademie en ben gegrepen door haar tekeningen. ‘Minor intrusions II’, heet het werk waarin verschillende bedden in de ruimte zweven. De bedden lijken in hun verscheidenheid mensen te vertegenwoordigen die niet zichtbaar zijn in de tekening. Het bed is een veel voorkomend motief in haar werk. De tekeningen zijn mysterieus, fragmentarisch, roepen vragen op. Deels herkenbaar, deels vervreemdend, nooit alles onthullend. En dat is precies wat me weer raakt, nu zoveel jaren later, bij het zien van haar tekeningen in haar solo in Landhuis Oud Amelisweerd.
Ansuya Blom (1956) studeerde aan de kunstacademie en haalde ook een master in psychoanalytische studies. Blom heeft in haar werk vooral aandacht voor mensen die niet aan de standaard voldoen, voor hen die buitengesloten worden, anders zijn. In Landhuis Oud Amelisweerd is onder andere de serie tekeningen/collages ‘daS dieser Mensch’ te zien, waar ze sinds 1988 aan werkt. De titel verwijst naar een beschrijving van Kaspar Hauser door Prof. Dr. Hermann Pies. Kaspar Hauser was een jonge man die in 1828 op een plein van een Duitse stad werd aangetroffen. Op een briefje in zijn hand stond dat hij had leren lezen en schrijven maar nooit met de buitenwereld in contact was geweest. In de tentoonstellingstekst op de muur is te lezen “hoewel bepaalde vermogens hem waren ontnomen, was hij desondanks onophoudelijk in ontwikkeling, – in Bloms ogen een toestand die niet langer abject was, omdat hij, net als haar tekeningen, kon gedijen bij het onontwikkeld zijn, gestagneerd in het fundamentele moment van het vinden van zijn weg, alsof hij een vondeling was die een wereld van onwrikbare identiteiten in was geslingerd.”
In deze ‘on-going’ serie vormt het menselijk silhouet de basis waarin ze onder andere met oliepastel, gekleurd potlood en gouache werkt.
Boven aan de trap gekomen op de eerste verdieping van het oude landhuis, betreed ik de tentoonstelling. In de video die beneden draait gaat Laurie Cluitmans (Kunsthistorica en conservator hedendaagse kunst Centraal Museum) in gesprek met haar. Voor deze tentoonstelling ontwierp Blom een ‘ruimtelijke interventie,’ die de kamers opsplitst; lange rijen tafels waarop de tekeningen liggend getoond worden onder glas. De weerspiegeling in het glas maakt dat de tekeningen en de ruimte hier en daar in elkaar opgaan. De ondergrond voor de tekeningen wordt gevormd door met grafiet vol getekende vellen papier. De reeks slingert zich door de kamers met het oude Chinese behang. De serie wordt onderbroken door video’s op grote schermen. Fluisterende trage stemmen klinken vanuit de volgende kamers. Ik volg de lijn die ze heeft uitgezet. Steeds weer de herhaling van het menselijk silhouet, soms tekent ze er overheen, vlekken of organen, verwijzend naar wat verborgen ligt achter de huid. De vitale levensdelen. De binnenwereld en de buitenwereld. En de relatie tussen die twee. Ik word in iedere kamer naar de volgende tekening gezogen, mijn ogen dwalen over het vel. Zonder precies te begrijpen waarom, grijpen de tekeningen me enorm aan. De broze lijnen, aderen, de kwetsbare menselijke figuren, ze lijken tussen hier en ergens te zweven, te bestaan. Zonder gezicht soms, zonder ledematen soms, hulpeloos, intiem. Ze raken aan. Ik ga er voorzichtiger van lopen, eerbiedig bijna, alsof ik iets bekijk wat eigenlijk niet gezien mag of wil worden, wat normaal gesproken verborgen blijft. Blom legt het open.
Thuis lees ik, in de prachtige publicatie die bij de tentoonstelling is verschenen, een briefwisseling in 2020 met Hendrik Folkerts waarin ze schrijft; “Rond 1982 begon ik in toenemende mate last te krijgen van het wiebelende linnen van een opgespannen doek. Het ging niet meer, de afstand van penseel tot beeld was te groot geworden, niet geholpen doordat het doek leek te zweven in de lucht. In plaats van linnen ging ik op papier werken dat ik op de muur prikte, ging ik meer tekenen en werd mijn werk fysieker. De weerstand van de muur werkt niet beklemmend maar eerder verruimend. De fysieke afstand van mijn hand tot mijn werk was niet langer dan de lengte van een krijtje of potlood. Ik zocht naar een werkelijkheid die ik herkende en die voor mij sprak en het voelde alsof het beeld in het papier zat in plaats dat ik er iets op aan het zetten was. Door de jaren heen is de relatie tussen tekenen en schrijven belangrijker geworden en ik probeer de materiaalkeuze daar omheen te plooien. De aanraking met materiaal blijft een voorwaarde als een extensie van mijn gedachten. In 2008 schreef ik in Letter to J.: drawing is touch on a hard surface. The element of resistance is embedded: paper is supported on a hard desk, or on a solid wall. Drawing is thinking through resistance, however light this resistance might be.”
En even verderop schrijft ze; “In mijn werk wil ik laten zien dat ik weghaal en toevoeg, het is een soort push and pull. Het is soms een revisionistische actie, waarbij ik weg kan halen wat oordelend is en mij angst inboezemt, of kan toevoegen waarnaar ik verlang. Het is ook een vorm van bezweren. Het incomplete en fragmentarische is mij dierbaar, omdat het niet de illusie geeft van een begrijpbare wereld. Het is een poging zo dicht mogelijk bij een interne ervaring te komen, al is die voor een ander waarschijnlijk nooit helemaal leesbaar.” 1.)
Solo-tentoonstelling Ansuya Blom in Landhuis Oud Amelisweerd, maart 2023 – 30 juni 2024
‘Below the underground’, publicatie over het omvangrijke oeuvre van Ansuya Blom, met een heldere introductie door Laurie Cluitmans. Jap Sam Books, Centraal Museum, 2023
1.) Detail uit briefwisseling met Ansuya Blom met Hendrik Folkerts (opgenomen in de catalogus), Metropolis M, nr.4 (2020) https://ansuyablom.com/Correspondence-with-Ansuya-Blom
Van 2022 tot en met 2027 is het Centraal Museum te gast in Landhuis Oud Amelisweerd. Deze prachtige historische buitenplaats vormt van de lente tot en met het najaar het decor voor een solotentoonstelling van een gerenommeerde hedendaagse Nederlandse kunstenaar. Op de eerste verdieping van het landhuis brengt het Centraal Museum tentoonstellingen, waarbij de kracht van kunst leidend is. Artist-driven, wat betekent dat elke kunstenaar een open podium krijgt om werk en wensen te presenteren in wisselwerking met de historische kamers. Zo wordt deze historische buitenplaats een actuele en experimentele vrijplaats. Ansuya Blom is de vijfde kunstenaar in deze reeks.
Lou Vos is beeldend kunstenaar, ex-bestuurslid van Art Utrecht en organisator van kunstprojecten en tentoonstellingen. Ze heeft haar atelier in de Vlampijpateliers, een oud pand van Werkspoor (nu tijdelijk 2e Daalsedijk 8, wegens renovatie Vlampijpateliers). Lou is al ruim 20 jaar actief om beeldende kunst en kunstenaars in Utrecht onder de aandacht te brengen door middel van het organiseren van kunstprojecten en het inzetten voor het behoud van de Vlampijpateliers en Kunstliefde. Ze is vanaf het begin betrokken bij de oprichting van Art Utrecht.